Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BI9015

Datum uitspraak2009-06-16
Datum gepubliceerd2009-06-22
RechtsgebiedHandelszaak
Soort ProcedureHoger beroep
Instantie naamGerechtshof Arnhem
Zaaknummers107.001.590/01
Statusgepubliceerd


Indicatie

Overeenkomst of niet? Bewijs niet geleverd.


Uitspraak

Arrest d.d. 16 juni 2009 Zaaknummer 107.001.590/01 HET GERECHTSHOF TE ARNHEM Nevenzittingsplaats Leeuwarden Arrest van de eerste kamer voor burgerlijke zaken in de zaak van: Logic Link B.V. , gevestigd te [vestigingsplaats] appellante in het principaal en geïntimeerde in het incidenteel appel, in eerste aanleg: eiseres in conventie en verweerster in reconventie, hierna te noemen: Logic Link , advocaat: P.M. Wilmink, kantoorhoudende te Arnhem, tegen [geïn[geïntimeerde], wonende te [woonplaats], geïntimeerde in het principaal en appellante in het incidenteel appel, in eerste aanleg: gedaagde in conventie en eiseres in reconventie, hierna te noemen: [geïntimeerde], advocaat: B. Martens, kantoorhoudende te Arnhem. De inhoud van het tussenarrest d.d. 25 november 2008 wordt hier overgenomen. Het verdere procesverloop Ingevolge het arrest van 25 november 2008 is een getuigenverhoor bepaald op 5 maart 2009. Logic Link heeft aangegeven een drietal getuigen te willen laten horen. Bij brief van 4 maart 2009, ingekomen als faxbericht op 4 maart te 16.27 uur, heeft de raadsman van Logic Link aan het gerechtshof doen weten dat Logic Link om haar moverende redenen afziet van het getuigenverhoor. [geïntimeerde] heeft per fax van die datum (16.31 uur) doen weten zelf evenmin getuigen te willen horen. Vervolgens heeft Logic Link ter rolle van 17 maart 2009 verzocht om alsnog een getuigenverhoor te laten plaatsvinden. [geïntimeerde] heeft bij brief van haar raadsman van 19 maart 2009 bezwaar gemaakt tegen het alsnog houden van een getuigenverhoor wegens strijd met de goede procesorde, nu Logic Link daarvan uitdrukkelijk heeft afgezien. Het verzoek van Logic Link alsnog een datum voor getuigenverhoor te bepalen is afgewezen en de zaak is op de rol van 31 maart 2009 geplaatst voor fourneren. Vervolgens heeft Logic Link de stukken wederom overgelegd voor het wijzen van arrest. De verdere beoordeling In zaak B 1. Aan Logic Link is opgedragen bewijs bij te brengen van de stelling waarop zij haar vordering heeft gegrond, te weten dat [geïntimeerde] opdracht heeft gegeven aan Logic Link tot het - voor rekening van [geïntimeerde] - uitvoeren van de werkzaamheden en/of de levering van materialen als omschreven in de door haar aan [geïntimeerde] gezonden factuur van 10 januari 2004. 2. Zoals hiervoor is aangegeven heeft Logic Link afgezien van het houden van een getuigenverhoor en heeft ook overigens geen bewijs van haar stellingen bijgebracht. Dit brengt mee dat de grondslag van de vordering niet is komen vast te staan en dat de vordering van Logic Link in deze zaak ook in hoger beroep dient te worden afgewezen. Het vonnis waarvan beroep d.d. 7 september 2006, (rolnummer 294650 CV 05-3442, in conventie) dient derhalve te worden bekrachtigd. 3. De proceskosten in dit hoger beroep zullen ten laste van Logic Link worden gebracht, aangezien zij in het ongelijk is gesteld (salaris advocaat naar Tarief I, 1 punt, zijnde Euro 632,-). In zaak A in het principaal appel 4. De vordering van Logic Link in het hoger beroep in zaak A, (oorspronkelijk rolnummer 271705 CV 05/1259) is afgewezen bij het arrest van 25 november 2008. De beslissing omtrent de proceskosten in hoger beroep is toen aangehouden. Thans dient ook ten aanzien van die proceskosten te worden beslist. Aangezien Logic Link ook hier in het ongelijk is gesteld, zal zij worden veroordeeld in de proceskosten (salaris advocaat naar Tarief I, 1 punt). De beslissing Het gerechtshof: In zaak B bekrachtigt het vonnis waarvan beroep; veroordeelt Logic Link in de kosten van het geding in hoger beroep en begroot die aan de zijde van [geïntimeerde] tot aan deze uitspraak op € 300,-- aan verschotten en € 632,-- aan geliquideerd salaris voor de advocaat. In zaak A, in principaal appel veroordeelt Logic Link in de kosten van het geding in hoger beroep en begroot die aan de zijde van [geïntimeerde] tot aan deze uitspraak op nihil aan verschotten en € 632,-- aan geliquideerd salaris voor de advocaat. verklaart de beide voornoemde proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad. Aldus gewezen door mrs. Mollema, voorzitter, Kuiper en Rowel-van der Linde raden, en uitgesproken door de rolraadsheer teer openbare terechtzitting van dit hof van 16 juni 2009 in bijzijn van de griffier.